De kleren van de keizer
Als schaaktrainer ben ik continu op zoek naar
interessante partijen voor de jeugd. Hierbij stuitte ik op onderstaande verslag en
partij. Erg leerzaam.
De partij is volgens de bron gespeeld tijdens
een simultaan bij een schaakclub. De partij ging tussen de plaatselijke crack
van de schaakclub en de simultaangever. De crack is al jaren clubkampioen, het
boegbeeld van de club en degene die namens de club het schaken zo goed mogelijk
uitdraagt. Ook op de club probeert hij altijd anderen te motiveren
door uitleg te geven waar iemand het beter kan aanpakken. Hij doet dit met
zoveel passie dat hij soms alvast hulp aanbiedt aan schakers, terwijl hij nog
met zijn eigen partij bezig is. Zijn spel leidt daar niet bijzonder onder. Zo heeft hij al vele pareltjes van schaakpartijen geproduceerd die vereeuwigd mogen worden en vaak nog op de club worden vertoond. En als hij op een avond tijdens een partij even naar school moet voor een oudergesprek over een kind, dan tovert hij na het gesprek ondanks de achterstand op de klok wel een konijn uit de hoed.
Via de toenmalige media publiceerde de kampioen graag
instructieve schaaktechnische stukjes over hoe je openingen moet
aanpakken, wat belangrijk is in eindspelen en thema's in het middenspel. Zo verzorgde hij
vaak artikelen over interessante en leerzame partijen van de interne competitie in
het plaatselijke krantje of in het clubblad. Altijd was hij bereid om op het
zelfgemaakte demobord één van zijn partijen te vertonen met uitgebreid
commentaar. Schaken groeide en bloeide op de club.
Ondanks al zijn uitleg en inspanningen lukte het bijna
niemand van de club om zich zoveel te verbeteren dat men hem op het bord kon weerstaan of zelfs verslaan. Er waren
zelfs seizoenen bij dat hij geen enkele partij verloor.
Maar nu de simultaan. Iedereen van de club
hoopte natuurlijk dat de clubkampioen als eerste klaar zou zijn. Minimaal remise,
maar eigenlijk kon het niet minder dan een winstpartij worden. Voor latere publicatiedoeleinden besloot
de clubkampioen dan ook de partij op een notatiebiljet vast te leggen.
Simultaangever-Veelvoudig clubkampioen
1. e4 c5
2. d4 cxd3 3. c3
Een incorrect gambiet van de simultaangever
3...
dxc3 4. Pxc3 g6 5. Pf3 Lg7 6. Lc4 Dc7
Maar dit kan natuurlijk niet. Eén
van de kenmerken bij goed openingsspel is dat je je stukken zo snel
mogelijk in het spel brengt. En als de tegenstander ook nog een gambiet speelt
is dit helemaal van belang. Bij een gambiet offert één van de spelers een pion om extra tempo's voor de ontwikkeling van zijn stukken te krijgen.
Overigens kan de simultaanspeler in deze stelling ook 7. Db3 overwegen. Objectief waarschijnlijk beter.
7. Lb3 Lxc3+?! 8. bxc3 Dxc3+ 9. Ld2 Dd3?
Een vreselijke blunder, maar het is de vraag of
de twee pionnen wel opwegen tegen de ontwikkelingsachterstand. Misschien kan zwart zich nog verschansen met 9... Dg7, maar een clubkampioen heeft naar zijn medeclubgenoten ook een naam hoog te houden door voor te doen hoe je ontwikkelde stukken niet weer uit het spel moet halen.
10. Lxf7+ Kf8
Ook andere zetten kunnen niet meer 10... Kd8 11.
La5+ en 10... Kxf7 11. Pe5+
11. Lh6+
Hier kon de clubkampioen
gevoeglijk opgeven, maar omdat er elke maand in het clubblad een
zogenaamde miniatuur verscheen, probeerde hij de strijd te rekken om nog enkele leerzame
momenten toe te voegen aan de partij. Een miniatuur is een zeer korte schaakpartij. Een schaakpartij kan meer dan honderd zetten lang zijn, maar er zijn ook complete partijen die door een verkeerde zet in de schaakopening een tiental of minder zetten duren en eindigt in een catastrofe voor één van de spelers.
11... Pxh6 12. Dxd3 Pxf7
13. Pg5 Pc6
Het idee van de simultaangever was om na 13...
Pxg5 14. Dc3 te spelen met dubbele aanval op h8 en c8
14. Dc3 e5 15. f4
Een andere optie lijkt 15. Df3 Pcd8 16. Df6
15... Pxg5 16. fxg5 d6 17. 0-0+ Ke7 18. Db3
Weer een leerzaam moment vond de clubkampioen achteraf. Bij
goed openingsspel hoort ook het hinderen van de ontwikkeling van de tegenstander.
Doordat de pion op b7 is aangevallen kan de loper zich niet ontwikkelen. Tegelijk is veld f7 duidelijk verzwakt.
18... Pd8
Maar dit kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn
van goed openingsspel. Een eerder ontwikkeld stuk weer terug op stal brengen. Had de clubkampioen nog anders?
19. Tac1
19. Df3 direct was misschien wel beter
19... Ld7 20. Df3 Tg8 21. Df6+ Ke8 22. Dxd6
Pc6
23. Tf7 1-0
Na 23... Kxf7 24. Dxd7+ Pe7 volgt 25. Tf1+. Ook 23... Td8 24. Txc6 Kxf7 25. Df6+ loopt mat.
Volgens de bron verfrommelde de clubkampioen na
de 23ste zet van de simultaangever stilletjes zijn notatiebiljet, stopte
het in zijn mond en begon het tussen zijn kaken te vermalen. De
simultaangever wist niet wat hij zag en bood aan om nog een partij te spelen. Immers zoiets verdient een boegbeeld van een
schaakclub natuurlijk niet. Ook al was de clubkampioen wel zoals verwacht de speler die die avond als eerste
klaar was.
Het spreekt voor zich dat de simultaangever de volgende jaren niet meer uitgenodigd werd op de club.