woensdag 9 augustus 2017

Hoe gaat het met de Bughouseoppergod?

Vandaag is het de penningmeester van Talententeam Jeugd Schaak Noord verboden om af te reizen naar de speelzaal. De voorzitter met zijn vrouw en de andere jeugdleider van SC Ten Boer nemen de honeurs waar. De penningmeester krijgt een dag vrij om eens te  kijken wat Twente nog meer te bieden heeft dan de sporthal waarin wordt geschaakt.Geen semi live verslagen om het half uur.
de groep vertrekt zonder penningmeester voor dag 3
Maar wel tijd voor wat bespiegelingen. Zo zoom ik vandaag in op de borrelpraat. Die begint meestal als het te duister wordt voor andere activiteiten zoals tafeltennis, dobbelspelen, kaartspelen en toepen. Gisteren twee noemenswaardige gespreksonderwerpen bij de borrelpraat:
de twee drijvende krachten achter TTJSN in gesprek
- borrelkwestie 1: wat is de etiquette in een ronde wat betreft contact met en tussen de pupillen?
Als jeugdleider, voorzitter en coach lijd en leid je natuurlijk mee tijdens een partij. Je ziet geweldige kansen, wilt bijna een zet uitvoeren voor je pupil, ziet dat er momenten van glorie en bijna goddelijke wendingen zijn, en ervaart de duistere krochten van zelfbeklag, het breken van de motivatie van een jeugdschaker. Wat te doen? Mag je je pupil aankruipen, mag je zijn of haar tegenstander laten struikelen als hij naar de wc holt?
En wat mag de jeugd onderling tegen elkaar zeggen? Welke emotie is toegestaan als je tegenstander een gewonnen stelling met één zet in een rokende puinhoop laat veranderen?
En dan heb je de coaches en voorzitters die hier boven staan. Die met één woord een speler op scherp zetten. Wij hebben zo'n iemand in ons midden: de voorzitter. Gisteren liep hij met de optimistische houding die hij van nature heeft, de ervaring van een afdelingshoofd die een afdeling met 25 medewerkers tot optimale prestaties wist aan te zetten rond door de zaal. Sommige van zijn talententeamleden moet hij aansporen, anderen kan hij op hun gemak stellen en er is ook een groep die je moet vermanen.
Maar wat moet je doen met iemand die al zoveel mee heeft gemaakt, die al zoveel ervaring op grote en belangrijke toernooien heeft? Die stel je tijdens je rondgang een vraag die hem totaal reset! Niet dat de voorzitter het gevoel had dat hij wist wat Jonas op dat moment nodig heeft. Of hij goed of slecht stond, of hij een gevoel van onzekerheid of een gevoel van triomf ondervond, dat is gewoon niet meer te peilen voor de gewone huis-, tuin- en keukenvoorzitter. Dus wat vraag je:
'Hoe gaat het met de Bughouseoppergod?'
Jonas huldigt in elk geval één principe: tijdens de partij communiceer je met niemand. Geen vraag over het weer. Geen vraag hoe je staat. Geen vraag of het duimpje omhoog, omlaag of neutraal is. Een remiseaanbod, een claim of een opgave van de tegenstander zijn de enige relevante communicaties tijdens een partij. Dus Jonas liep de voorzitter straal voorbij. Geen reactie, ik ben aan het schaken!
Maar toch, die vraag knaagt. Wat bedoelt de voorzitter nu precies? Waar heeft hij het over? Want de Bughouseoppergod is Daan toch? Gaat het wel goed met de voorzitter? Zit ik nog wel goed bij het talententeam?
Totaal puzzled nam Jonas weer plaats achter het bord om afgeleid en zonder twijfel de ene na de andere winnende variant op het bord te toveren.
War een voorzitter! Hij lijkt Foppe wel: met één opmerking zet hij de dames en heren op scherp. Vandaag gaat een topdag worden.
 
- borrelkwestie 2: wat is toegestaan in het teamschaak?
Coaching van jeugdteams is een lastige kwestie. Zo probeer ik altijd achter het team te staan, zodat enige vorm van emotie niet door mijn pupillen van het gezicht af te lezen valt. Ik vind dat dat zo hoort en heb me regelmatig moeten ergeren bij de JCC dat een teamleider ondanks een verzoek van mijn kant in het zicht van zijn pupillen blijft. Ik erger me overigens dan alleen als ik merk dat de pupillen onzeker oogcontact zoeken met hun coach.
Nou hebben penningmeester en voorzitter ook ervaring met het Friese jeugdschaak. De één als jeugdspeler, de ander als coach. Onbevangen stap je daar in, maar na één bezoek aan het Skûlplak was je ingewijd in de geheimen van het door de coach beïnvloeden van een uitslag. Een mooie reeks anekdotes volgde. Niet alleen over Friesland, ook in Nosbo gebied kom je zo af en toe anomalies tegen.
In elk geval pleit ik hier ook dat je erg terughoudend moet zijn. En ook achter het team staand kan het fout gaan. Zo heeft één van mijn pupillen wel eens gezegd na een partij dat toen haar tegenstander een zet deed, zij aan mijn kleine onderbreking in de voetstappen die ik maakte omdat ik net achter haar bord doorliep, merkte dat de zet van de tegenstander niet goed was. En ja, ik zag dat de zet een blunder was die een dubbele aanval mogelijk maakte, maar ik had werkelijk niet door dat dit leidde tot een fysieke reactie in mijn wandel van bord 4 naar bord 3. 
 
De borrelpraatzaken over claimen, het moment van regret bij de partner van een schaker en de invloed van het schaken op het huwelijk vanuit het oogpunt van de niet schaker laat ik even rusten.
 

Geen opmerkingen: