maandag 16 november 2015

Een moreel dilemma

Op de avond van Sint Maarten werd de match tussen Kroko en Haren verspeeld. Vanwege jeugdclubcompetitie op zaterdag en het jeugdtoernooi op zondag was besloten om deze wedstrijd en de tweede ronde van de NJC naar voren te halen. Haren was welwillend om mee te werken. Want van een thuiswedstrijd voor Haren werd het een uitwedstrijd in de prachtige villa Langeheerd. Veel dank hiervoor, Kees!  

Haren was een maat te groot voor Kroko. De 3-1 uitslag diende zich al aan toen de Harenaren op het station uitstapten. En de winst was aan het eind van de avond ook verdiend. Het gaat volgens mij ook niet om het resultaat tijdens zo’n viertallen competitie. Het gaat er om het schaken te stimuleren, ook voor mensen die niet vaak bij een club of niet te competitief willen spelen. Je kunt met vrienden of je broer een team vormen. Voor Erwin en mij is het geweldig om met onze dochters op stap te zijn en met hen de passie voor het schaken te delen. Op de leeftijd van Gerbrich speelde ik met mijn vader en broer in één team in Friesland. Een herinnering die is als een roos in december!

De titel van het verslag van de wedstrijd gaat over de volgende stelling:
Silke met wit
Het is aan het eind van de partij tussen Silke en haar tegenstander uit Haren. De Harenaar komt na de opening twee pionnen voor. De Harenaar speelt snel. Veel te snel, hij verliest onderweg ergens een stuk. Als bij Silke nog anderhalve minuut op de klok staat, staat bij haar tegenstander nog 1 uur en 16 minuten op de klok. Ondertussen is een eindspel ontstaan van T + P + h-pion tegen T + h-pion. Silke voelt dat ze de winst niet gaat halen in de resterende tijd en ruilt af naar het eindspel van twee koningen en nog een h-pion voor zwart. Het is remise want de koning van Silke staat voor de h-pion. Toch besluit de Harenaar Silke door de vlag te jagen en daarmee te winnen.

Wat moet je nu met deze situatie? Wat kun je hier nou over zeggen? Ik worstel er al een klein weekje mee en weet het niet.

Eerst maar even de twee hoofdpersonen in kwestie.

Voor Silke is het een uiterst onrechtvaardige afloop van de partij. Ze heeft een goede partij gespeeld. Ze ruilde doelbewust vanuit gewonnen stelling af naar deze stelling om de remise veilig te stellen. Met nog 50 seconden op de klok weet ze niet meer wat ze moet doen. Mag ze claimen? Hoe moet dat? Moet ze zetten spelen? In elk geval denkt ze als gevolg van de twijfel te lang over haar zetten na en gaat ze door de vlag. Ze maakt geen verwijten aan het adres van haar tegenstander, ruimt de schaakstukken op, blijft vriendelijk en gaat vlot naar huis.

 
De Harenaar heeft natuurlijk het recht om door te spelen in de diagramstelling. Hij hoeft natuurlijk niet zelf in te grijpen, dat kan je niet van hem als één van de spelers verwachten. En zou de situatie veranderen als Silke remise zou aanbieden? Ik heb niet meegekregen of ze dit heeft gedaan. Daarmee zou ze nog meer morele druk bij de tegenstander hebben neergelegd. Want kan hij dan wel weigeren? Misschien vraagt de Harenaar zich af of zijn jeugdige tegenstandster dit eindspel begrijpt? Na afloop zegt hij dat hij remise had aangeboden als Silke met de koning naar de hoek was gegaan en niet zo lang over haar zetten had nagedacht.

Voor de Harenaar zijn er ook andere belangen aan het resultaat verbonden. Een remise betekent een verlies van ongeveer 15 ratingpunten. Maar zijn ratingpunten zo belangrijk, dat je dan in zo’n remisestelling doorspeelt?

In elk geval is mijn conclusie dat de Harenaar niet het vermogen had om anders te handelen dan dat hij heeft gedaan. Daar moet je ook rekening mee houden, voordat je je er een mening over vormt.

Dan de omstanders. Wat hadden zij kunnen doen? Als er moet worden ingegrepen: wie moet dat dan doen? De wedstrijdleider? Er is niet duidelijk afgesproken bij het begin van de wedstrijd wie de wedstrijdleider is. Maar als een wedstrijdleider aanwezig zou zijn, kan die dan ingrijpen als Silke geen claim doet of remise aanbiedt? En als ze een claim doet, waar moet de wedstrijdleider dan op letten? Moet hij dan toezien of er een winstpoging door zwart wordt ondernomen?

Voor Erwin is de situatie ingewikkeld. Het gaat om zijn eigen kind en dit was niet de bedoeling van de leuke wedstrijd tegen het team met oud trainer Kees. Erwin blijft zoals altijd grootmoedig en trakteert de gasten op een gratis drankje.

Teamleider Kees zit zichtbaar met de situatie in de maag. Hij maakt pardoes een grote fout in zijn eigen partij. Even afgeleid. Hij probeert oprecht aan zijn teamgenoot voor te stellen om er toch maar remise van te maken. Voor de teamoverwinning maakt het toch niet uit. Haren wint: met 2,5-1,5 of met 3-1. Maar Silke is al weg en het is niet mogelijk om het te bespreken met de Harenaar.

Had ik moeten ingrijpen? Maar met welke autoriteit dan? Ik ben toch niet de wedstrijdleider? Accepteert het team uit Haren wel dat ik ingrijp?

En wie ben ik om de schaker aan te spreken op wat er gebeurt? We zijn toch af van het betuttelende in onze maatschappij? Wie ben ik om een ander de maat te meten?  

Aan de andere kant: is dit wel het voorbeeld dat we als volwassenen aan de jeugd moeten of willen geven? Het gaat om een partij in een totaal onbelangrijke competitie. Moeten we dan niet anders handelen? Maar welk voorbeeld willen we dan wel geven?

En wat zou ik doen als ik in de situatie van de Harenaar zou verkeren? In mijn herinneringen kan ik meerdere van dergelijke voorvallen herinneren. Wat deed ik toen?
Om twee voorvallen te geven:
  • In het Hoogeveense Paastoernooi van 2014 speel ik tegen Ivo Maris een rapid partij. Ivo is de betere, maar kan er niet doorheen komen. Hij overspeelt zijn hand en komt verloren te staan. Ik heb alleen nog maar 15 seconden om het winnende eindspel uit te spelen en dat ga ik niet halen. Op dat moment kan Ivo mij door de vlag beuken, maar hij weigert. Hij zegt dat hij dat niet wil en biedt remise aan. Ik heb nog steeds bewondering voor dit edelmoedige gebaar.
  • In de clubcompetitie van Ten Boer moet ik tegen mijn grote concurrent. Ik kom verloren te staan, maar mijn tegenstander is te nonchalant. Hij ruilt af naar een ongelijk lopereindspel met drie pionnen meer dat remise is. Ik bied hem dan ook remise aan, maar teleurgesteld weigert hij. Hij blijft nog vele minuten doorgaan zonder dat hij verder komt. Ik bied nog eens remise aan. Weer weigert hij en zoekt naar wegen. Zijn koning gaat van de damevleugel naar de koningsvleugel en weer terug. Met nog 37 seconden op de klok zegt hij dat hij remise claimt (eist). Maar dan word ik giftig: je biedt het maar aan! Dan kan ik overwegen om het aan te nemen. Of om  een onverantwoorde winstpoging te doen, in de wetenschap dat het lastig gaat worden voor hem om in 37 seconden mat te zetten. Mijn tegenstander loopt echter gewoon van het bord weg en gaat door de vlag. De interne wedstrijdleider besluit uiteindelijk maar tot remise. Met dat resultaat kan ik leven gezien de stelling op het bord, maar ik weet niet of ik er mee kan leven gezien het gedrag van de tegenstander.
Ik heb in elk geval één ding geleerd deze avond met het Kroko-team: er is maar één volwassene in Villa Langeheerd aanwezig. En dat is Silke. Ze is de verstandigste en wijste van ons allemaal en houdt ons allemaal een spiegel voor: is het resultaat van een partijtje schaak en de daarmee gemoeide ratingpunten nou echt deze opwinding waard?
De held van de avond: Silke
 

Geen opmerkingen: